Herkomst 

Tot 10.000 jaar geleden leefde het wilde konijn (Oryctolagus Cuniculus) alleen op het Iberische Schiereiland en in Maghreb (Noordwest Afrika). Pas in 1100 voor Christus troffen de Foeniciers, een zeevarende natie, de dieren aan op het Iberische schiereiland. De Foeniciers dachten dat het ging om de voor hen bekende klipdas. Dit dier ook wel Shaphan (Sjafan) genoemd kwam namelijk voor in hun eigen land, maar dit waren geen klipdassen maar wilde konijnen. Dit zijn de dieren geweest waarvan alle tamme konijnen, die in Europa zijn ontstaan, afstammen. Tussen 500 en 1000 na Christus is volgens velen de domesticatie pas echt begonnen in de kloostertuinen van de Franse monniken. In deze kloostertuinen vonden de konijnen beschutting tegen hun natuurlijke vijanden en werden de jonge konijnen boven de grond geboren. Het lukte de monniken door studie en teeltkeus om behalve de wildkleur ook andere kleuren te fokken en deze in leven te houden. De monniken vervolgde waar ze mee bezig waren en de huisdierwording van het Europese wilde konijn werd een feit. Tegenwoordig worden er in Nederland ongeveer 1 miljoen konijnen gehouden als gezelschapsdier, wat inhoud dat de dieren gehouden worden voor gezelschap, sport of liefhebberij. 

Gedrag en omgang 

Konijnen zijn de huisdieren voor kinderen bij uitstek. Wanneer jonge konijnen wat aandacht krijgen van de fokker en nieuwe verzorger zullen ze uitgroeien tot zeer tamme konijnen. Natuurlijk zit er wel verschil in de karakters van de verschillende konijnenrassen. Zo zijn de grotere dieren over het algemeen wat rustiger dat de kleinere rassen die vaak wat pittiger zijn. Maar ongeacht deze verschillen zijn alle rassen geschikt om als huis- of hobbydier te houden. In de dierenspeciaalzaken worden over het algemeen rasloze konijnen verkocht in de meest uiteenlopende kleuren en haarstructuren. Tussen al deze konijnen zit vrij weinig verschil in het karakter en de dieren worden bijna allemaal even groot. Konijnen kunnen goed samen gehuisvest worden, mits men zich daarbij aan een aantal regels houd. Vanaf zes weken tot en met drie maanden kunnen konijnen vrijwel altijd aan elkaar gekoppeld worden. Het maakt daarbij niet uit of het om voedster/ voedster, ram/ ram of voedster/ ram gaat. Bij de laatste combinatie moeten de dieren vanaf een leeftijd van drie maanden tijdelijk uit elkaar gehaald worden totdat de dieren gecastreerd kunnen worden om jongen te voorkomen. Na de leeftijd van drie maanden wordt het lastiger om konijnen aan elkaar te koppelen dit heeft wel kans van slagen als de dieren ongeveer dezelfde leeftijd hebben. Zet de dieren in twee aparte kooien tegen elkaar aan of scheidt ze van elkaar door een stuk gaas. Huisvest de dieren een aantal dagen op deze manier, maar wissel de konijnen iedere dag van ruimte. Op deze manier wennen de dieren aan elkaars geur. Breng de konijnen na een aantal dagen in een neutrale ruimte bij elkaar en bouw de tijd dat ze samen zitten steeds verder op tot de dieren permanent bij elkaar gehuisvest kunnen worden. 

Verzorging 

Met een goede verzorging kunnen konijnen ongeveer 10 jaar oud worden. Dit is belangrijk om te realiseren omdat je daardoor niet een konijn kan nemen voor twee of drie jaar. Wie de verantwoordelijkheid neemt om een konijn te kopen, moet ook de verantwoordelijkheid nemen om voor het konijn te zorgen. Onder de verzorging van konijnen verstaan we in eerste instantie dat de dieren een schoon verblijf hebben en iedere dag vers water, krachtvoer en groenvoer tot hun beschikking hebben. Het verblijf moet afhankelijk van de grote en het aantal dieren dat erin gehuisvest wordt ongeveer één keer per week schoongemaakt worden. Het konijn heeft ook persoonlijke verzorging nodig waaronder het knippen van de nagels en bij langharige konijnen het borstelen of knippen van de pels vallen. De nagels van een konijn groeien gedurende hun hele leven. Wanneer de nagels niet voldoende afslijten worden deze dus te lang. Daarom is het belangrijk om deze één tot twee maal per jaar te (laten) knippen. Voor het knippen van de nagels kan een speciaal tangetje gekocht worden bij uw dierenspeciaalzaak. Bij het knippen moet rekening gehouden worden met de bloedbaan in de nagels van het konijn. Er moet namelijk vermeden worden dat hierin geknipt wordt. Bij licht gekleurd dieren is deze bloedbaan duidelijk te zien, maar bij donker gekleurde dieren is dat moeilijker of niet te zien. Bij deze dieren kunnen de nagels beter drie tot vier maal per jaar geknipt worden waarbij voor de zekerheid niet teveel afgeknipt wordt. Konijnen met echt lang haar, zoals Angora konijnen, moeten voor een goede vachtverzorging zo nu en dan geborsteld worden, zodat de klitten en vuiligheid uit de haren verwijderd kunnen worden. In sommige gevallen is het makkelijker om deze konijnen eens in de zoveel tijd te laten scheren. 

Huisvesting 

Konijnen kunnen zowel binnen als buiten gehuisvest worden. Wanneer een jong konijn bij een dierenspeciaalzaak aangeschaft wordt kan het dier het beste pas in de zomer naar buiten geplaatst worden omdat het temperatuursverschil anders te groot is. Als het jonge konijn altijd al buiten gehouden is dan maakt het niet uit in welk jaargetijde hij gekocht wordt aangezien hij toch al buiten gehouden werd. Zowel bij de binnen als de buitenhuisvesting zijn een aantal punten waar rekening mee gehouden moet worden. De dieren kunnen namelijk heel slecht tegen tocht, nattigheid, volle zon, extreme hitte en vrieskou. De dieren moeten door de verzorger tegen deze ongemakken beschermd worden. Zo kan een buitenhok tochtvrij gemaakt worden en op een schaduwrijke plek geplaatst worden. Door de aanwezigheid van een nachthok kan het dier zich in de winter beschermen tegen de extreme kou. Een binnenverblijf mag dus niet op de tocht geplaatst worden, maar ook niet bij een verwarming of openhaard. De grote van de huisvesting is afhankelijk van de grootte van het konijn. De dieren moeten in alle richtingen uitgestrekt kunnen liggen en de hoogte moet zo hoog zijn dat de konijnen rechtop op hun achterpoten kunnen staan. Let wel op dat bij aanschaf het konijn nog groeit, anders kan de aanschaf van een nieuw verblijf na een aantal weken of maanden niet vermeden worden. Wanneer er meerdere dieren bij elkaar gehuisvest worden, moeten bovenstaande regels ook gehanteerd worden, alleen kies dan altijd de huisvesting die een slag groter is. Als bodembedekking kunnen alle verschillende materialen gebruikt worden die in de dierenspeciaalzaken daarvoor aangeboden worden. 

Voeding 

Konijnen zijn herbivoren en eten dus alleen plantaardig voedsel. In de dierenspeciaalzaken zijn twee verschillende soorten voer te verkrijgen. Dit zijn het gemengde voer en het volledige voer. Bij het volledige voer worden vooraf alle bestanddelen gemengd en samengevoegd tot korrels. Hierdoor bevat iedere korrel alle bestanddelen die een konijn nodig heeft. Bij het gemengde voer is dit niet het geval en zal het konijn alles uit zijn bak op moeten eten om alle bestanddelen binnen te krijgen. Om deze reden kan het konijn dan het beste pas gevoerd worden als zijn bak helemaal leeg is. Anders wordt het konijn kieskeurig en eet het alleen de lekkere dingen op. Daardoor krijgt het dan niet alle benodigde bestanddelen binnen. Naast dit krachtvoer hebben konijnen ook ruwvoer nodig wat het beste in de vorm van hooi aangeboden kan worden. Het hooi moet stof- en schimmelvrij zijn en kan, om bevuiling tegen te gaan, het beste in een ruif aangeboden worden. Naast deze voeders kan af een toe een stukje groenvoer worden aangeboden. Het is het beste om dit alleen aan konijnen te geven die ouder zijn dan vier maanden en anders moet de hoeveelheid heel voorzichtig opgebouwd worden. Het water moet iedere dag ververst worden en om bevuiling tegen te gaan kan dit het beste in een fles worden gegeven. Waterbakjes worden vaak snel omgegooid of bevuild door de konijnen. 

Voortplanting 

Als men graag wilt fokken met konijnen dan moet er rekening gehouden worden met een aantal zaken. Om te beginnen moet de voedster, het vrouwtjes konijn, altijd bij de ram, het mannetjes konijn, geplaatst worden voor een dekking. De voedster komt dan namelijk op vreemd terrein en zal dus niet haar territorium verdedigen. De ram is juist op eigen terrein waardoor het gelijk tot de dekking overgaat. Wanneer deze bij de voedster in het hok geplaatst zal worden verdedigd de voedster haar territorium en zal de ram eerst alles gaan verkennen. De dekking is geslaagd als de ram van de voedster afrolt. Na de dekking wordt de voedster weer terug geplaatst in haar eigen hok. De voedster kan het best alleen zijn wanneer zij gedekt is en gaat werpen. De dracht van een konijn duurt bijna altijd precies 31 dagen. De voedster begint een aantal dagen van te voren een nest te maken op de voor haar meest geschikte plaats. Hier zal zij de jongen werpen die de eerste dagen/ weken in het nest zullen blijven. Met 10 á 11 dagen gaan de ogen van de jonge konijntjes open en met een leeftijd van minimaal zes weken mogen de jongen bij de moeder weggehaald worden. Een voedster mag gedekt worden op een leeftijd van ongeveer negen maanden en een ram mag dekken met een leeftijd van vijf maanden al is het beter om wat maanden te wachten zodat hij verder uitgegroeid is. 

Gezondheid 

Ook bij konijnen geldt het dat voorkomen beter is dan genezen. Een ziek konijn zal te herkennen zijn aan dat het lusteloos is, niet helder uit de ogen kijkt en vaak weggedoken zit in de hoek van het hok. Daarnaast eet het dier niet, heeft het een open droge pels, een gekromde rug, natte neus of traanogen en speekselvloed of diarree. Dit zijn allemaal tekenen waaraan je kunt herkennen dat er iets mis is met je konijn. Wanneer iemand meerdere konijnen houdt is het verstandig om dit zieke konijn direct van de andere konijnen te scheiden om eventuele besmetting te voorkomen. De volgende aandoeningen kunnen bij konijnen voorkomen: 

Aandoeningen aan de luchtwegen 

Dit kunnen allerlei aandoeningen zijn van een eenvoudige verkoudheid tot een ernstige longontsteking. De symptomen van bijna altijd niezen van bijna altijd slijmerige en soms zelfs bloederige uitvloeisels. Daarnaast kunnen de konijnen ook traanogen krijgen van deze aandoeningen. Het wil niet altijd zijn dat het niezen of een natte neus opvalt. Maar doordat de dieren met hun voorpoten hun neus poetsen zijn deze dan sterk bevuild aan de binnenkant. Dieren die deze aandoeningen hebben zijn bijna niet te genezen en de aandoeningen zijn daarnaast erg besmettelijk. 

Ziekten van het spijsverteringskanaal 

Onder deze categorie vallen vele ziektes die door veel verschillende verwekkers veroorzaakt worden. De symptomen kunnen daarbij heel verschillend zijn maar zullen bijna altijd bestaan uit één of meerdere van de volgende symptomen. Het konijn raakt uitgedroogd, raakt aan de diarree, heeft slijmerige ontlasting, raakt verstopt of de buik maakt een klotsend geluid. Het onjuist voeren van groenvoer of het plotseling overstappen naar ander krachtvoer kan zorgen voor verschillende aandoeningen aan het spijsverteringskanaal zoals trommelzucht, verstopping of diarree. 

Aandoeningen aan de huid 

Konijnen kunnen last krijgen van schurft, ringworm en nekeczeem ofwel mijten. Van de schurft zijn twee vormen bekend namelijk de oor- en kopschurft. De oorschurft graaft zich onderin de oorschelp in waardoor er ontstekingen en korsten ontstaan. De dieren die last hebben van oorschurft schudden veel met hun kop vanwege de voortdurende jeuk. De kopschurft zorgt voor kale plekken met grijs-gele korsten. Deze schurft komt niet, zoals de naam doet vermoeden, alleen voor op de kop maar over het hele lichaam. Beide vormen van schurft zijn zeer besmettelijk waardoor niet alleen het dier behandeld moet worden maar ook alles moet vervolgens ontsmet of verbrand worden. Ringworm zorgt voor kale plekken met schilfers, korstjes en rode randen. Ook dit is besmettelijk voor andere dieren en mensen, maar kan goed behandeld worden met een zalfje. Tot slot het nekeczeem wat meestal voorkomt in de nek en zorgt voor een dorre huid met schilfers en wat haaruitval. Dit kan goed verholpen worden. 

Geslachtsziektes 

Geslachtsziektes worden bij konijnen overgebracht door paringen waarna het twee tot drie maanden duurt voordat het zichtbaar wordt dat het konijn ermee is besmet. Aan het begin ontstaat er een lichte ontsteking aan de buitenkant van de geslachtsdelen. In een later stadium ontstaat er pus en korstvorming. In een nog later stadium kunnen ook de lippen, neus, voorpoten en scrotum aangetast worden. Om geslachtsziektes te bestrijden kunnen geneesmiddelen bij de dierenarts gehaald worden. 

Myxomatose 

Waarschijnlijk de meest bekende en gevreesde konijnenziekte. Het is vrij snel duidelijk wanneer een konijn besmet is met myxomatose. De dieren krijgen een sterk opgezwollen kop en een etterende neus en ogen. Dit is zo hevig dat de dieren (bijna) geheel blind en schreeuwend van de pijn sterven. De ziekte wordt vooral overgebracht door contact met andere dieren, vliegen, muggen en vlooien. Wanneer een dier eenmaal besmet is, is er geen effectieve behandeling meer. De dieren kunnen wel van te voren geënt worden om zo de ziekte buiten de deur te houden. 

 

Rebas Footer